Is Nîmes een leuke stad? Wat is er te doen?
Nîmes is zeker een leuke stad, ik zou zelfs zeggen één van de leukste steden die ik bezocht heb in Frankrijk! Je kunt een stedentrip Nîmes goed combineren met enkele dagen strand in Zuid-Frankrijk zou je dat willen. Ik zou wel aanraden om minimaal twee dagen in Nîmes te verblijven om de sfeer te proeven. Omdat er nauwelijks toeristen zijn, voelt de stad heerlijk authentiek aan. Wat me verder opviel is hoe goed onderhouden de binnenstad is en hoe er geprobeerd is om te stad te moderniseren zonder onder te doen aan de rijke Romeinse geschiedenis van de stad. Al me al waren wij heel positief verrast door Nîmes.
Wat is er te doen in Nîmes
De stad staat vooral bekend om de Romeinse overblijfselen zoals het Castellum Aquae, de Porta Augusta en natuurlijk – de arena. De meeste hoogtepunten in Nîmes zijn al lopend te bezichtigen en de afstanden tussen de bezienswaardigheden zijn hartstikke behapbaar. Door te wandelen pak je de pittoreske straten in de binnenstad bovendien meteen mee. Nîmes telt zo’n 148.561 inwoners, het is dus niet zo heel groot. Qua sfeer vond ik het vooral heel gemoedelijk aandoen.
De arena van Nîmes
De arena is veruit de meest populaire toeristische bezienswaardigheid van de stad. Het is dan ook wel een indrukwekkende en grote arena, supergoed bewaard. De arena is 21 meter hoog, 133 meter lang en 101 meter breed. Een behoorlijk ding dus, er passen meer dan 20 duizend man in. De arena dateert uit eind 1ste of begin 2e eeuw, dus ongeveer in dezelfde tijd als het Colosseum in Rome.
Er vinden veel evenementen plaats in de arena, van concerten tot en met stierenvechten, en wanneer er evenementen zijn dan kun je de arena niet van binnen bewonderen. Of je moet het evenement bijwonen wat ook heel bijzonder kan zijn. Buiten de evenementen om, kun je de arena op eigen houtje bezichtigen of een rondleiding met gids krijgen. (tip! als er een evenement is, tickets ervoor kopen, arena bezichtigen en weggaan voordat het evenement begint. Tenminste, ins ons geval waren de tickets slechts enkele enkele euro’s duurder dan als we buiten een evenement waren geweest – ik kan me voorstellen dat er misschien soms ook dure concerten zijn, dan zal het minder aantrekkelijk zijn om even binnen te kijken).
De Feria van Nîmes
Twee keer per jaar is het Feria in Nîmes, een keer rondom Pinksteren en een keer in september. De eerste Feria van Nîmes vond al plaats in 1952. Het is een feest in Spaanse stijl dat enkele dagen duurt met een mix van stierengevechten, muziek en dans, barretjes op straat, concerten, abrivados en bandidos (vrijlating van stieren op straat) en verschillende andere evenementen. De Feria trekt enorm veel bezoekers dus mocht je net rondom die tijd gaan, dan is het slim om ver van tevoren alvast een hotel te boeken want veelal zullen ze vol zijn tijdens de Feria.
Let op! Het stierenvechten is, zoals ze het me daar vertelden, ‘Spaanse stijl’ wat inhoudt dat de stier in de arena daadwerkelijk wordt vermoord. Deze regio in Frankrijk is één van de plekken waar dat überhaupt nog legaal is. Ik kan er zelf niet naar kijken maar voor de mensen uit de streek hoort het bij hun cultuur.
Ter illustratie, toen we er waren zag je de lokale bevolking naar de arena gaan om het stierenvechten te bekijken met kids en opa en oma en al erbij. Mocht je er meer over willen weten, er is een museum over het onderwerp schuin tegenover de arena: Musée des Cultures Taurines.
Jardins de la Fontaine
Ah deze tuin, jongens. Wat een prachtig en levendig park, dat niet onder doet aan de mooiste stadsparken van Parijs. Het is mooi groot (15 ha) groen park met Romeinse overblijfselen zoals de tempel van Diana, water en klassieke sculpturen. Het is een fijne plek om bijvoorbeeld te picknicken of te wandelen of gewoon te chillen.
Ben je wat actiever ingesteld, dan kun je omhoog lopen op Mont Cavalier tot aan de Tour Magne. Je kunt deze pre-Romeinse uitkijktoren beklimmen tot zo’n 32 meter hoog voor een mooi uitzicht over de stad (betaald).
La Maison Carrée (en Carré d’Art)
Helaas konden wij dit Romeins forum niet van binnen bezichtigen omdat er werkzaamheden waren tijdens ons bezoek maar zoals de dame van de Office de Tourisme tegen ons zei: ‘buiten is toch het mooist’ haha. Het is wel echt een heel mooi tempel met veel details, alles is erg goed bewaard en tussen 2006 en 2010 is het geheel gerestaureerd dus de tempel ziet er als nieuw uit. De sfeer is ongedwongen, mensen zitten op de trap van de tempel broodjes te eten of gezellig te babbelen.
La Maison Carrée staat aan een plein tegenover het moderne kunst museum Carré d’Art. Dit gebouw ziet er übermodern uit met veel glas. Grappig trouwens als je Carré d’Art zo ziet lijkt het niet groot maar het heeft maar liefst 9 verdiepingen. Het gebouw huisvest niet alleen het museum maar onder meer ook de bibliotheek. Omdat vijf van de verdiepingen ondergronds zijn, besef je niet dat het zo groot is. (tip! Op de eerste zondag van de maand is toegang tot het museum gratis).
Binnenstad: wandelen en een hapje eten
Je kunt uren door de doolhof-straatjes van de binnenstad wandelen. Er zijn veel fonteinen en andere waterwerken in Nïmes – ook moderne versies. Overal hoor je wel kabbelend water en dan kun je zoeken naar de bron. Dicht bij de arena is er sowieso een prachtig groot fontein, fontaine Pradier, maar die kun je niet missen. Ik zou zeggen, ga ook op zoek naar de kleintjes, sommigen zijn goed verstopt! Er is een fraaie kathedraal en een kerkje, hier en daar kom je verrassende ‘geheime’ tuintjes/binnenplaatsjes tegen. Picture perfect allemaal!
Het symbool van de stad is een krokodil (die vastgeketend zit aan een palmboom) dus het dier is in verschillende vormen te vinden door de stad heen. Mocht je je afvragen waarom je overal krokodillen ziet….
Verder zijn er meerdere mediterrane pleinen met geanimeerde terrassen. Qua eten heb je in Nîmes veel keuze. Om even wat te noemen: wij aten goed bij L’Imprev (10 Rue Littré) en bij Le Dé-K-Lé (40 Rue de la Madeleine). Beiden in het historische centrum.
De omgeving van Nîmes
Nîmes is makkelijk bereikbaar of je nu per auto, trein of vliegtuig gaat. Er is een vliegveld op zo’n 10 km van de stad.
Met de trein
Wij reisden, zoals je van ons gewend bent, met de trein. Er is een Ouigo die rechtstreeks vanuit Lille naar Montpellier gaat en onderweg in Nîmes stopt. Er is een tgv station, Station Nîmes-Pont-du-Gard en een ‘gewoon’ treinstation Gare de Nîmes Centre. Van het ene station naar het andere ben je 8 minuten onderweg met de TER (de sprinter zullen we maar zeggen). Het station Gare de Nîmes Centre ligt heel centraal, dichtbij alle bezienswaardigheden van de stad.
Voor uitjes kun je de TER die van Nîmes naar Narbonne gaat nemen. Deze stopt namelijk op allerlei leuke plekken zoals Sète, Agde, Montpellier en Narbonne zelf. De TER is supergoedkoop. Wij betaalden per persoon 2 euro van Sète naar Nîmes op de heenweg en 14 pp op de terugweg van Beziers naar Nîmes.
Veel te doen
Er is veel te doen en te zien in de omgeving, hieronder enkele voorbeelden maar ik raad je aan om even langs de ‘office de tourisme’ te lopen (tegenover de arena) wanneer je daar bent. Ze zijn heel vriendelijk en kunnen je uitgebreid adviseren over al het moois in de buurt zoals de wijngaarden, fiets- en wandelroutes, les Garrigues of de mogelijkheden om te varen over het Canal du Rhône à Sète.
Pont du Gard
De Pont du Gard is de bekendste bezienswaardigheid in de buurt van Nîmes en het indrukwekkende bouwsel is zeker een bezoek waard. Het is een Romeins aquaduct – later uitgebreid tot brug – dat Nîmes eeuwenlang van water voorzag en het staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De brug is 48 meter hoog en heeft drie niveaus waarvan de bovenste met 275 meter de langste is. Hier kom je het makkelijkst met de auto of per bus. Eenmaal ter plekke zijn er allerlei wandelpaden. Let op: het is alle dagen van het jaar open maar check de tijden van tevoren want die wisselen afhankelijk van de seizoenen. Toegang tot de brug en het gebied eromheen is betaald.
Camargue
Het is vanaf Nîmes een half uur rijden naar Saint-Gilles, de poort van de Camargue zeg maar. Zee, flamingo’s, stieren, wilde paarden…De Camargue is een moerasgebied in de Zuid-Franse Rhônedelta en is een schitterende regio qua natuur (was het niet voor de muggen, dan was het mijn favoriete plek in Frankrijk – het heeft een volledige eigen identiteit – heel anders dan de rest van Frankrijk)
Je kunt vanuit Saint-Gilles het wandelpad Sentier du Cougourlier volgen als voorproefje van alle natuurschoon van de Camargue.
Stranden
Nîmes ligt niet ver van de Middellandse Zee. Wil je even naar het strand dan kun je naar Le Grau du Roi of La Grande Motte. Beiden op iets minder dan 40 kilometer van de stad. Iets dichterbij afkoelen? Je kunt in bepaalde rivieren in de omgeving zwemmen, onder meer bij het ‘rivierstrand’ Le ron de fabre in Collias (18 km).
Zelf waren we eerst enkele dagen naar een camping in Valras Plage en op weg naar Nederland plakten we er nog een stedentripje Nîmes aan vast. Valras Plage is een kleine 1,5 uur rijden dus op zich ook wel als dagtripje te doen. De zandstranden in die omgeving zijn over het algemeen erg mooi en aangenaam.
Nîmes Hotel tip: Hôtel Majestic
Wij sliepen in Hôtel Majestic vlakbij het treinstation én de meeste bezienswaardigheden. Een superlocatie, in hartje centrum maar wel in een rustig straatje. Hôtel Majestic is een klein en eenvoudig 3-sterren hotel.
Zelf vond ik het perfect want naast de geweldige locatie was de prijs ook wel erg aantrekkelijk en er was goede gratis wifi en airco. Op een warme dag ben je met dat laatste wel heel blij kan ik je vertellen. Wij waren er begin juni en het was al 30 graden. In het hoogseizoen kan het nog warmer worden.
Onze kamer was ruim en schoon. We hebben niet in het hotel ontbeten, het is gezelliger om te ontbijten op een van de vele terrasjes in de buurt. Bij de receptie waren ze attent en behulpzaam. Kortom, een prima betaalbare optie in het centrum. Ik zou er zo weer verblijven.
Ik kan nog veel vertellen over Nîmes maar ik zou zeggen, ga er eens heen en ervaar het zelf. Lijkt Nîmes je een leuke bestemming? Of ben je er misschien al geweest?
Frédérique houdt van mimosa, van films, van de geur van gebakken knoflook, van de Middellandse Zee (‘haar’ zee want aan die zee is ze geboren), fotografie, musea, nachttreinen, haute couture en ze zou het liefst voor altijd in een hotel wonen.