The French Dispatch recensie| Wes wil teveel
Wes Anderson is één van mijn favoriete regisseurs en ik had met smart uitgekeken naar The French Dispatch. Dat het een teleurstelling bleek wil ik niet zeggen, want The French Dispatch is filmisch gezien wederom een Wes Anderson meesterwerk maar ik heb er niet van genoten. Een meesterwerk waar je niet graag naar kijkt, dat is eigenlijk wel bijzonder. Ik heb dat wel vaker in de kunst, van die sculpturen of schilderijen waarvan de techniek meesterlijk is maar die je niet graag in je eigen woning zou zien hangen. Of zo’n auditie bij the Voice waarvan je heus wel hoort dat de zanger/es de techniek 1000 keer beter beheerst dan jij ooit zou kunnen maar waar je van z’n lang zal ze leven nooit een cd van op zou zetten. Zo’n film is The French Dispatch.
Vier verhalen ineen
The French Dispatch is de wekelijkse bijlage van de Liberty Kansas Evening Sun. De bijlage wordt, onder leiding van hoofdredacteur Arthur Howitzer Jr., (de 9e samenwerking met Bill Murray alweer) in een 20e-eeuwse Franse stad genaamd Ennui-sur-Blasé gemaakt. In het Nederlands vertaald krijg je zoiets als Verveling-op-Verveeld. Howitzer Jr. werkt daar met een klein loyaal team journalisten. Dit zal de laatste uitgave vóór zijn dood worden. In de film brengt Wes Anderson een selectie van de verhalen uit deze laatste editie tot leven. The French Dispatch is een geheel van vier losse verhalen in een verhaal dus eigenlijk zijn het zelfs vijf verhalen.
Hier komt mijn kritiekpuntje nummer 1. Naar mijn smaak is er te weinig binding tussen de verhalen. Jammer en vooral te makkelijk. De vier verhalen stellen één artikel uit een bepaalde rubriek in het krantje voor. Er is een kort verhaal van ‘The Cycling Reporter’ over de stad Ennui-sur-Blasé, een verhaal uit de kunstrubriek, een politiek artikel en een culinair stuk.
The New Yorker
Het vijfde verhaal is de frame, het verhaal rondom de hoofdredacteur en de journalisten. Voor het karakter van Arthur Howitzer Jr. heeft Wes Anderson zich laten inspireren door Harold Ross, de journalist die samen met zijn vrouw The New Yorker oprichtte. Wes vertelde in een interview dat hij vroeger graag The New Yorker las.
De film is dan ook deels een ode aan journalistiek. Ook andere personages zijn geïnspireerd door ‘echte’ journalisten en schrijvers, o.a Krementz op Mavis Gallant, Berenson op Rosamond Bernier en Sazerac op Joseph Mitchell.

Een verhalenmix
Het ‘kunstverhaal’ over een schilder in gevangenschap, gespeeld door Benicio del Toro, vond ik het meest boeiende deel van The French Dispatch. In dit verhaal zijn onder meer rollen weggelegd voor Tilda Swinton, Adrien Brody en Léa Seydoux. Mijn kinderen waren gecharmeerd van het verhaal over een groep revolutionaire jongeren, naar de evenementen van mei ’68. Hoofdrollen in dit verhaal liggen bij Lyna Khoudri, Timothée Chalamet en Frances McDormand. Laatstgenoemde vond ik persoonlijk geniaal.
Het laatste verhaal, een interessante mix van eten en misdaad, viel het minst in de smaak bij ons viertjes. Ik denk toch dat je door alle visueel en tekstueel geweld, eenmaal bij het vierde verhaal aangekomen, er simpelweg klaar mee bent.
More is more, less is a bore
Wes ging deze keer voor more is more, less is a bore. Alhoewel ik daar meestal ook mijn leven naar leid, gaat Wes me deze keer een brug te ver. Hij wil echt teveel in één film proppen. Ik begrijp dan ook dat het een geweldig regie-experiment is, en in die hoedanigheid is het experiment hartstikke geslaagd maar het is niet prettig om naar te kijken. Er is teveel te zien en dat is op een gegeven moment buitengewoon vermoeiend.
The French Dispatch is een Wes Anderson film. Dat moge duidelijk zijn. Als je de film te zien zou krijgen zonder de titel of de regisseur te mogen weten, dan zou je na drie minuten al raden dat het een Wes Anderson film is. Dat is dus geslaagd.
In sneltrein vaart
Zowel de hoeveelheid aan tekst, als de snelheid waarin de acteurs, verhalen en stijlvormen veranderen is slopend. Het gaat allemaal te snel. Ik had zo nu en dan het idee dat ik naar het Nederlands Kampioenschap Snellezen aan het kijken was. Er is zoveel tekst – woorden en tekst zijn van groot belang in deze Wes Anderson film – je kunt TFD misschien het beste omschrijven als één lang visueel gedicht. Aan het begin probeerde ik het nog bij te benen maar halverwege de film gooide ik de handdoek in de ring. Ik ging achterover zitten en genoot van de Anderson-esthetiek. Wat ik meekreeg kreeg ik mee maar ik wist dat het vanaf dat moment nog maar slechts een deel was van het geheel. Eigenlijk is The French Dispatch dan ook een film die je meer dan één keer moet zien.
Mijn laatste probleem met The French Dispatch is dat de film daadwerkelijk voelt als een experiment. Het geheel is vrij steriel, niet qua stijl, allesbehalve zelfs – maar qua gevoel. Daar waar er meestal veel charme, emoties en gevoel in de films van Wes Anderson zit, ontbreekt dat in The French Dispatch. Waar blijft de ziel? De verhalen zijn, hoe tegenstrijdig dit ook kan klinken, best oppervlakkig en veel acteurs uit de enorme cast zie je slechts enkele minuten terug, zoals Saoirse Ronan of Elisabeth Moss. In mijn optiek voegt dat niets toe maar doet het juist afbreuk op de film in zijn geheel.

Visueel geweld
Visueel is de film, zoals een Wes Anderson film betaamt, prachtig. Veel scènes die zich afspelen in het fictieve stadje Ennui-sur-Blasé zijn in Angoulême gefilmd, een hele fotogenieke historische stad in Frankrijk. De perfecte stad voor een Wes Anderson film eerlijk gezegd. Wes woont het grootste deel van het jaar in Frankrijk, al jaren inmiddels dus TFD is ook nog eens een liefdesverklaring aan zijn adoptieland met behalve de locatie en de stukken Franse teksten zelf ook de verwijzingen naar Franse films.
Daarnaast speelt Wes enorm met stijl in The French Dispatch. Zo verspringt het steeds van zwart-wit naar kleur maar dat is erg mooi gedaan en voegt daadwerkelijk wat toe aan het geheel.
In het politieke verhaal is er een poëtische scène op een motor die er echt uitspringt. Zoals gezegd gebeurt er teveel en dat geldt ook voor het visuele aspect, zo zijn er tekenfilm-achtige scènes, een theater scène, en nog veel meer. Teveel, teveel, Wes…Verder zijn natuurlijk de kleuren en de composities weer on point.
The French Dispatch is geschreven door Wes, samen met Roman Coppola, Hugo Guinness en Jason Schwartzman (die je 1/110ste seconde in beeld ziet).
Kijken of niet kijken
Animatie, fantasie, theater, krant, journalistiek, misdaad, politiek, kunst, achtervolgingen, teksten in het Frans, dan weer in het Engels, zwart-wit, kleur…..The French Dispatch is perfect geregisseerd en alle experimentjes zijn geslaagd maar het is vermoeiend om naar te kijken en nergens tijdens de film wordt je geraakt of ontroerd.
Ik voel dat ik de film tekort door met mijn recensie omdat er nog enorm veel over te vertellen valt, over de mensen die ter inspiratie dienden voor de personages en over hoe belangrijk ook stripboeken en animatie zijn in TFD maar dat krijg je met zo’n lange film die volgestouwd is met van alles en nog wat, je hebt bijna een boekwerk nodig om alles te bespreken. Leuk om er meer over te lezen nadat je de film gezien hebt.
Alsnog is de film een meesterwerk op filmisch gebied en alleen daarom al wel een must-see, bij voorkeur op een groot scherm in de bios. In mijn Wes Anderson ranking kan The French Dispatch op de op één na laatste plaats maar dat is voornamelijk omdat ik het zoals gezegd niet prettig vond om naar te kijken en er doodmoe van werd maar ik had het voor geen cent willen missen.

Srsck score ★★★
VS, 2020. Komedie van Wes Anderson met o.a Benicio del Toro, Adrien Brody, Tilda Swinton, Léa Seydoux, Frances McDormand, Timothée Chalamet, Lyna Khoudri, Jeffrey Wright, Mathieu Amalric, Stephen Park, Bill Murray, Christoph Waltz en Owen Wilson.
The French Dispatch is te zien in de bioscoop

Frédérique houdt van mimosa, van films, van de geur van gebakken knoflook, van de Middellandse Zee (‘haar’ zee want aan die zee is ze geboren), fotografie, musea, nachttreinen, haute couture en ze zou het liefst voor altijd in een hotel wonen.
Eén reactie