montessori school
|

Wat is Montessori onderwijs?

Montessori (basis)scholen alom in Nederland, we kennen allemaal wel iemand met een kind op het Montessori school maar wat houdt Montessori onderwijs eigenlijk in?

Sinds 1914 wordt in Nederland Montessori onderwijs aangeboden, in eerste instantie alleen als kleuteronderwijs en vanaf 1930 volgde alle leeftijdsgroepen, ook het voortgezet onderwijs. Met circa 160 basisscholen en meer dan twintig scholen voor het voortgezet onderwijs is het Montessori systeem wijdverspreid in Nederland. Dat is bij lange na niet in alle Europese landen het geval maar ik verdiep me in dit stukje op Montessori onderwijs op Nederlandse basisscholen.

Maria Montessori

De Montessori methode is geënt op de methode van dr. Maria Montessori. Maria Montessori is in 1870 in het stadje Chiaravalle, bij Ancona, te Italië geboren. Na de middelbare school studeert ze medicijnen na een onafgemaakte studie tot ingenieur. Ze is een van de eerste vrouwelijke medicijnen studenten van Italië en later ook de eerste vrouwelijke arts. Op latere leeftijd doet ze er nog een schepje bovenop door hoogleraar antropologie aan de universiteit van Rome te worden. Maria Montessori was een pittige vrouw met een lading vol aan doorzettingsvermogen!

In Rome stichtte Maria Montessori, in opdracht van de Italiaanse regering, de ‘Casa dei bambini’ in 1907. Dit was een plek waar kinderen tussen ongeveer de 3 en 7 jaar oud waarvan beide ouders werkten werden opgevangen. Ook bedacht Maria Montessori een opvoedingssysteem voor kinderen met een leerhandicap. Deze methode zorgde voor even goede resultaten bij deze kinderen als bij normaal lerende kinderen. Later paste ze dan ook deze methode op alle kinderen toe.

maria montessori
Maria Montessori

De Montessori methode

De methode draait in de basis om het feit dat men het kind moet volgen, dus meegaan in, het onafhankelijke denken en de keuzes van het kind. Het systeem werkte zo goed dat het al snel beroemd werd en op verschillende scholen en daarna ook in verschillende landen werd toegepast. In 1912 werd het Montessori systeem, buiten Italië , al gebruikt op scholen in Groot-Brittannië, Zwitserland en Frankrijk. In 1911 was ook de eerste school gebaseerd op de Montessori principes in de VS geopend, in New York.

Maria Montessori reisde veel, onder andere naar de VS en veelvuldig naar India. Ze overleed  in Nederland in 1952 te Noordwijk aan Zee.  Na haar overlijden is de Montessori methode verder verspreid en inmiddels zijn de Montessori scholen  wereldwijd aanwezig.

Elk kind is uniek

Montessori onderwijs gaat uit van een onderwijsmethode waarbij het individu in ieder kind gemotiveerd wordt en die aan ieder kind de mogelijkheid biedt om zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen onder leiding van een  Montessori leerkracht en met gebruik van speciaal Montessori-materiaal.

De methode is een combinatie van vrijheid en discipline. Maria Montessori noemde het “vrijheid in gebondenheid”. Het houdt eigenlijk in dat de kinderen een aanbod krijgen aan materiaal en taken (op de basisschool bijv. rekenwerk, taalwerk, spellingswerk) en van deze taken een keuze maken vanuit hun persoonlijke belangstelling. Een kind is nieuwsgierig, en vanuit zichzelf al gemotiveerd om te leren. Diens ontwikkeling is een proces waarbij het kind zelf de belangrijkste bijdrage levert. Bij welk onderwerp de leergierigheid zit verschilt per kind en verandert mettertijd. Dit houdt in dat een kind kortere of langere tijd ontvankelijk is voor bepaalde onderwerpen.

Zelfstandig werken

Er wordt volgens het Montessori systeem dus in de klas niet met zijn allen geluisterd naar de leerkracht die iets vertelt maar de kinderen werken alleen of in een klein groepje aan eigen activiteiten onder toezicht van de leerkracht. Ze werken zelfstandig en worden in deze ondersteund door de juf of meester. Er zijn dan ook geen lesboeken die de hele klas gebruikt of regelmatige dagelijkse roosters en de kinderen hebben ieder een eigen niveau in de verschillende vakken.

Bij de gegeven vrijheid horen dan wel bepaalde afspraken zoals bijvoorbeeld hoe je met het materiaal omgaat. Als een kind niet goed (genoeg) met die vrijheid omgaat wordt hij, indien de methode goed toegepast wordt tenminste, bijgestuurd en gestimuleerd door de leerkracht. De leerkracht blijft wel zoveel mogelijk op de achtergrond want de bedoeling is dat een leerkracht in dit type onderwijs zo min mogelijk ingrijpt. Dit heeft, als het goed is, een positief effect op het verantwoordelijkheidsgevoel van het kind.

Help mij het zelf te doen

Discipline groeit dan van binnenuit in plaats (of naast) van buitenaf. Een bekende uitspraak van Maria Montessori is “Help mij het zelf te doen” en dat vat eigenlijk de kern van de methode ook goed samen. Men helpt het kind de goede keuzes op een verantwoordelijke manier te maken.

De kern van het Montessori onderwijs ligt in het respect naar mensen en spullen toe en eigen verantwoordelijkheid. De kinderen leven op school in een soort van mini maatschappij waarbij ze samenleven en samen leren binnenin een bepaalde leeftijdsgroep. De leeftijdsgroepen zijn dan ook anders ingedeeld dan bij klassiek onderwijs.

Het idee hierachter is dat kinderen van verschillende leeftijden elkaar kunnen helpen en geholpen kunnen worden. De kinderen hebben elkaar nodig. Als een kind uit groep 3 bijvoorbeeld moeite heeft met lezen, dan leest hij samen met een kind uit groep 5. Er worden ook vaak taken samen gemaakt, bijvoorbeeld door een 6e en een 8ste groeper.

Montessori materiaal, kralen om te leren rekenen via Wikimedia
Montessori materiaal, kralen om te leren rekenen via Wikimedia

Je eigen plantje

Een ander belangrijk punt bij het Montessori systeem is hoe men omgaat met hun omgeving. Elk kind heeft bijvoorbeeld een eigen plant in de klas. Deze nemen ze mee aan het begin van het jaar en daar zorgen ze dan het hele jaar door voor. De bedoeling is dat je je plantje ziet groeien en veranderen, dat je ziet dat als je goed voor je plant zorgt dat je plant je ‘dankbaar’ is en groeit en bloeit.

Ook hebben ze o.a opruim taken in de klas. Op de oude school van mijn kinderen hadden ze bijvoorbeeld elke vrijdag een opruimtaak, de ene keer is het de boeken ordenen, de andere keer is het het schoolbord schoonvegen. Dit soort taken motiveren de onafhankelijkheid van de kinderen en geven ze de voorgenoemde verantwoordelijkheid, die zo belangrijk is in het Montessori onderwijs, op een voor hun passend niveau.

De groepen 

Het montessorionderwijs heeft zoals eerder gemeld een iets andere groepsdeling dan bij het klassiek onderwijs. De kinderen van de onderbouw, groep 1 en 2, zitten bij elkaar. Dit geldt ook voor het middenbouw, waarbij groepen 3, 4 en 5 bij elkaar zitten. De bovenbouw omvat groep 6, 7 en 8.

Behalve het belangrijkste pluspunt van deze indeling, namelijk dat kinderen elkaar kunnen helpen en leren van de oudere meer ervaren leerlingen (en andersom de oudere kinderen leren omgaan met de kleinere en leren om een ander te helpen), is het ook zo dat als een kind wat sneller werkt of wat langzamer het sneller aansluiting vindt met andere klasgenoten dan wanneer er maar 1 groep in de klas zou zitten.

De keerzijde van de medaille

Elke medaille heeft een keerzijde. In de praktijk vond ik dit punt namelijk erg goed werken in de onderbouw en middenbouw maar bij de bovenbouw heb ik mijn bedenkingen. De verschillen tussen een kind van 8 of 9 en een kind van 11 of 12 zijn toch behoorlijk groot en ze zitten op een heel ander niveau wat sommige dingen betreft. Dus ja, de kinderen kunnen van elkaar leren maar dat houdt ook in dat ze wat mindere dingen van elkaar kunnen leren.

Omdat er bij verschillende taken binnen de klas zoals een rekenwerkje, maar ook bij activiteiten zoals een schoolreis of een voorstelling, verschillende indelingen mogelijk zijn onderling is het kind niet altijd de jongste of de oudste en niet altijd de beste of de mindere leerling maar veranderen de verhoudingen constant. Dit bevordert natuurlijk de sociale ontwikkeling. Je leert rekening te houden met elkaar.

Klassengehussel

Een ander nadeel in de praktijk, of misschien een voordeel afhankelijk van hoe we ernaar kijken, is dat een kind op een Montessori onderwijs om de paar jaar zijn klas “kwijtraakt”. Je gaat dus niet met zijn allen door naar de volgende klas maar aan het einde van de onderbouw ga je samen met een of twee leerlingen uit je groep door naar de middenbouw. Idem voor middenbouw naar bovenbouw.

Ook verander je dan van leerkracht. Dit kan men als een nadeel zien maar ook als een voordeel omdat kinderen dan beter leren omgaan met veranderingen. Het stabiele factor in deze is dat je wel drie jaar (twee voor de onderbouw) dezelfde leerkracht hebt en daar dus wel een hechtere band mee op kunt bouwen.

Montessori levert in

Dit zijn de basis gedachtes achter het Montessori onderwijs, dit betekent niet dat alles ook op elke Montessori school zo gedaan wordt, er worden in de praktijk natuurlijk aanpassingen gemaakt en de originele gedachte verandert mee met de tijd en de huidige maatschappij.

Het is bijvoorbeeld zo dat de gemeente Amsterdam in de jaren 90 alle openbare scholen “gedwongen” heeft te voldoen aan de eisen van de onderwijsinspectie. Op zich niets mis mee maar de (openbare) Montessori scholen hebben toen het CITO toets systeem ingevoerd en deze vorm van toetsen is eigenlijk niet compatibel met het gedachtegoed van Maria Montessori.

Sterker nog, het gaat er keihard tegenin want zoals Maria Montessori zelf stelt in ‘From Childhood to Adolescence’: “My vision of the future is no longer people taking exams and proceeding then on that certification . . . but of individuals passing from one stage of independence to a higher [one], by means of their own activity through their own effort of will, which constitutes the inner evolution of the individual.” In het huidig onderwijs systeem krijg je daardoor een wat aparte benadering, namelijk dat je kind enerzijds vrijgelaten wordt maar anderzijds wordt je kind wel geacht een bepaald niveau te hebben verkregen en dat aan te tonen bij de toetsen. Het voordeel overigens van diezelfde toetsen is dat de overgang naar een klassiek voortgezet onderwijs wel soepeler zal verlopen.

Niet voor iedereen geschikt

Maar ja, nu komen er ook weer veranderingen op het gebied van de Cito toetsen dus veranderingen zullen er altijd zijn. Zo zul je altijd wel wat hebben maar de gedachte achter het Montessorisysteem en de kern van de methode spreekt mij in ieder geval aan ook al moet het in de praktijk hier en daar wat inleveren. Ik denk niet dat het Montessori onderwijs voor elk kind geschikt is maar dat het ook grotendeels van het karakter van het kind afhangt.

Sommige kinderen hebben denk ik meer baat bij klassiek onderwijs of een andere methode maar dat is echt mijn persoonlijke mening gebaseerd op wat ik vooral bij mijn eigen drie kinderen zie (maar ook in mijn omgeving als ik met andere ouders spreek). Mijn drie schatjes zijn in ieder geval heel verschillend op bepaalde vlakken en aarden niet per se alledrie even goed in een Montessori methode.

Wat ik heel belangrijk vond is dat mijn kinderen met veel plezier jarenlang naar hun Montessorischool zijn gegaan maar ik moet ook toegeven dat hun plantje het niet één keer een heel schooljaar heeft overleefd.

Meer informatie over Montessori onderwijs in Nederland kan worden verkregen via de Nederlandse Montessori Vereniging. 

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.